Inmiddels ruim een jaar geleden werd door alle betrokken partijen van het totale complex “De Hofnar” -dat wil zeggen de beide cirkels- de intentieverklaring getekend om te komen tot “De Nieuwe Hofnar”. Op dit moment is er, afgezien van het aanstaande vertrek van tenminste één van de gebruikers (volksuniversiteit De Draaikolk), nog weinig gerealiseerd. Wel zijn er veel aanvullende studies, praatsessies, discussies in de gemeenteraad geweest, maar de plannen om enerzijds te kunnen bezuinigen, anderzijds een compleet en bruisend geheel te creëren zijn nog steeds niet meer dan plannen.
Op zich is dat helemaal niet erg, want het geeft de gemeenteraad alsnog de kans eens heel kritisch te kijken naar die intentieverklaring: heeft het namelijk wel zin om invulling te geven aan “De Nieuwe Hofnar”?
Een retorische vraag, met een eenduidig antwoord: NEE!
Wat wel nut en noodzaak heeft is “een nieuwe Hofnar”, waarbij met name de sociaal-maatschappelijke en welzijnsfuncties op een bereikbare, centrale plaats gevestigd worden, waar -door de aanwezigheid van de bestaande grote zalen (theater en raadszaal)- ook culturele activiteiten plaats kunnen vinden. Hiervoor zal inderdaad een herinrichting van de beide, gespiegelde, gebouwen noodzakelijk zijn, maar de geforceerde inzet om meer (horeca-)aanloop te ontwikkelen kan en moet losgelaten worden.
Diverse studies hebben de afgelopen jaren niets dan duidelijkheid gegeven. Er moet minder subsidie naar de gebruikers van de Hofnar. Weliswaar is er dan het risico dat het aantal gebruikers flink gaat krimpen, een aantal zelfs verdwijnen, maar op dit moment staat het gebouw grote delen van de dag leeg en zijn er voldoende mogelijkheden op een alternatieve wijze toch invulling te geven aan de activiteiten. Het CMD is onderdeel van de gemeentelijke organisatie en zal gewoon kunnen blijven zitten, de toekomst van alle bibliotheken is door de digitalisering van de samenleving sowieso behoorlijk ongewis.
Uitsluitend samenvoeging van activiteiten binnen het gebouw zal niet tot de beoogde besparingen leiden, aangezien een groot deel van de gesubsidieerde gebruikerskosten bestaat uit overhead, niet gedekt door inkomsten; met andere woorden, het verdienmodel moet anders ingericht worden. De Draaikolk heeft inmiddels aangegeven dat het mogelijk is een deel van de activiteiten door te zetten zonder inzet van betaalde krachten en op een goedkopere locatie, omdat er geen mogelijkheden zijn het gat in de begroting dat het wegvallen van de subsidie slaat te dichten met extra inkomsten. Eenzelfde soort scenario zou moeten gelden voor de entiteit theater/zalen/café “De Hofnar”.
Theater(café) De Hofnar heeft in de afgelopen 15 jaar eigenlijk geen bestaansrecht weten af te dwingen.
Dit lijkt negatief, zeker gezien het gegeven dat er een groot en gevarieerd aanbod is (geweest) van activiteiten, dat onlangs ook de miljoenste bezoeker naar het verscholen stukje Valkenswaard-centrum trok. Dit lijkt een schitterende mijlpaal, maar de vraag is wel hoe die berekening tot stand is gekomen, aangezien -op een capaciteit van maximaal 435 plaatsen- dit zou betekenen dat er de afgelopen 15 jaar ruim 150 uitverkochte voorstellingen per jaar geweest zouden moeten zijn, iets waarvan elke frequente bezoeker van het theater weet dat dit niet zo is. Het zou pas echt fantastisch zijn als het de miljoenste betalende bezoeker was geweest.
Feit is gewoonweg dat er in de 15 jaar dat het theater bestaat vrijwel volledig op subsidie is geleund. Dit zou niet erg zijn als het voor het originele doel -het bieden van een podium aan Valkenswaardse amateurgezelschappen- was, maar die voorstellingen zijn juist (ongeveer) de enige die winstgevend zijn. Als gekeken wordt naar de inkomsten anders dan uit subsidie, dus kaartverkoop, verkoop horeca, verhuur zalen en vergoeding (subsidie) voor de beheersfunctie, dan komen deze externe inkomsten ongeveer op € 350.000,- na aftrek van de inkoop. De salariskosten die hierbij horen zijn echter ± € 535.000,- De rechtstreekse exploitatie komt dus al € 185.000,- tekort. Dan zijn zaken als huur en vaste lasten nog volledig buiten beschouwing gelaten, maar dat is (grotendeels) vestzak/broekzak.
Als de gemeente Valkenswaard inderdaad veranderingen en bezuinigingen wil op dit dossier, is “De nieuwe Hofnar” absoluut geen oplossing, aangezien daar voor het theaterdeel uitgegaan wordt van voortborduren op dezelfde uitgangspunten. Geforceerd een bruisend hart trachten te maken van het pleintje achter het daadwerkelijke centrum, De Markt, kan alleen maar door het subsidiepeil op dezelfde hoogte te houden; het lijkt bijzonder onwaarschijnlijk dat -ondanks de aanwezigheid van zeer ruime horeca-ervaring bij de huidige directeur- dat de marge met bijna € 200.000,- verhoogd kan worden.
In deze lastige tijd voor alle horeca is het al een hele klus om de resultaten niet te laten dalen.
Een nieuwe Hofnar zou wel een goede oplossing bieden, als de gemeente(raad) rigoreus knopen doorhakt en stopt met het subsidiëren van de negatieve exploitatie; het theater kan blijven bestaan, geprogrammeerd vanuit het Parktheater, net zoals het nu is, met prestatieafspraken, er wordt stevig geschrapt in het personeelsbestand, want meer dan coördinatie van (pauze)horeca, inhuur van theatertechniek op voorstellingen en afstemming met betrekking tot amateurvoorstellingen is dan niet meer nodig.
Initiatieven als Open Podium en Yess Jazz vinden ongetwijfeld elders onderdak (het Liedjesfestival heeft ook moeiteloos onderdak gevonden bij De Senaat), aan de Statie biedt Marton sinds jaar en dag ruimte aan bandjes, bij De Kunstkeuken zijn ook (nieuwe) artiesten welkom.
Een nieuwe Hofnar zou een stevig cluster moeten zijn van maatschappij, welzijn, gemeentelijke dienstverlening en educatie, waarbij als extraatje een theater in Valkenswaard aanwezig is.
Een nieuwe Hofnar biedt besparingen terwijl de voorzieningen aanwezig blijven en geeft de bestaande horeca de ruimte om activiteiten op te pakken, mèt een verdienmodel.
Een nieuwe Hofnar geeft Valkenswaard wel een oplossing!